Spreuken 16

1Een mens kan van alles van plan zijn, maar de Here bepaalt de loop van de gebeurtenissen.
Een mens doet wat hem het beste lijkt, maar de Here weet wat daarbij in hem omgaat.
Leg uw werk in de handen van de Here, dan zullen uw plannen werkelijkheid worden.
De Here heeft alles met een doel gemaakt, ook de goddeloze voor de dag van de straf.
De Here verafschuwt alle hooghartigen, zij en hun nakomelingen zullen hun straf niet ontlopen.
Door liefde en trouw wordt de misdaad vergeven en uit ontzag voor de Here mijdt men het kwaad.
Als iemand leeft zoals de Here wil, laat Hij het zelfs in orde komen met zijn vijanden.
Beter weinig, maar met oprechtheid, dan oneerlijk verkregen rijkdom.
Een mens bepaalt in zijn hart wat hij wil doen, maar de Here heeft het laatste woord.
10 De koning is scherpzinnig en zijn vonnissen zijn goed.
11 De Here hanteert de weegschaal van het recht, de gewichten komen uit zijn handen.
12 Koningen moeten een afkeer hebben van goddeloosheid, want alleen oprechtheid is een goede basis voor de troon.
13 Koningen moeten rechtvaardige uitspraken liefhebben, zij houden van mensen die de waarheid spreken.
14 De woede van de koning leidt tot de dood, wie wijs is, weet die woede te stillen.
15 De vriendelijkheid van de koning geeft leven, zijn gunst is als een langverwachte regen.
16 Het is beter wijsheid te krijgen dan puur goud, beter uitnemend inzicht te hebben dan zilver.
17 De oprechte mens moet een weg volgen waarop geen kwaad ligt. Wie goed uitkijkt waar hij gaat, beschermt zijn leven.
18 Trots komt voor de vernietiging en hoogmoed voor de val.
19 Het is beter bescheiden te zijn met vriendelijke mensen dan de buit te delen met trotse mensen.
20 Wie Gods woord ter harte neemt, zal het goede vinden, gelukkig is hij die op de Here vertrouwt.
21 Iemand met een wijs hart zal verstandig worden genoemd en zijn woorden zullen goede lessen in zich bergen.
22 Het verstand van goede leermeesters is een bron van leven, maar de lessen van de dwazen leiden naar de dood.
23 Het hart van een verstandig mens laat hem wijze woorden spreken, en die vormen een overvloed van wijze lessen.
24 Vriendelijke uitspraken zijn als een honingraat, zoet voor de ziel en medicijn voor het lichaam.
25 Iemand kan van zichzelf denken dat hij goed leeft, maar toch leidt zijn levensweg naar de dood.
26 Een arbeider moet hard werken omdat hij anders niets te eten heeft. Zijn maag zet hem tot werken aan.
27 Een boosdoener heeft altijd kwaad in de zin, zijn woorden kwetsen, alsof het brandende pijlen waren.
28 Een slecht mens is een constante bron van ruzie en een stiekeme roddelaar weet zelfs de beste vriendschap kapot te maken.
29 Een gewelddadig mens tracht ook de ander aan te steken en leidt hem zo op de verkeerde weg.
30 Hij sluit zijn ogen om zich beter te kunnen concentreren op zijn slechte plannen en voert ze ook uit, met samengeknepen lippen.
31 Grijze haren zijn het sieraad van hen die de goede weg bewandelen.
32 Een geduldig mens is beter dan een sterk mens, en wie zichzelf goed in bedwang heeft, is sterker dan de man die steden inneemt.
33 Het lot wordt weliswaar ongezien geworpen, maar de Here bepaalt hoe het valt.